Dat zijn enkele van de conclusies uit het rapport Beter aan het werk, dat het
Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) donderdag heeft gepubliceerd. In het
rapport schetst het SCP een beeld van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
in de afgelopen decennia tot en met 2005. De effecten van de nieuwe
arbeidsongeschiktheidswet WIA die in 2006 werd ingevoerd, zijn hierin nog
niet onderzocht.

Na vele vergeefse pogingen in de afgelopen decennia om het hoge
ziekteverzuim en het grote aantal arbeidsongeschikten te beperken, is in
enkele jaren tijd veel resultaat geboekt, aldus het rapport. De daling van
het ziekteverzuim is voor een deel te danken aan de slechtere economische
situatie vanaf 2001, stelt het SCP. Wanneer de werkloosheid stijgt met 1
procentpunt, daalt het verzuim gemiddeld met 0,25 procentpunt.

Het aantal werknemers dat arbeidsongeschikt wordt verklaard, is sterk gedaald.
Het liep terug van 13 op de duizend in 2001 naar 4,5 per duizend in 2006.
Daar staat tegenover dat tegelijkertijd de arbeidsdeelname van mensen met
een arbeidshandicap is gedaald van 44 procent in 2000 naar 40 procent in
2005. Werkgevers zijn kennelijk terughoudender geworden bij het aannemen van
arbeidsgehandicapten, concludeert het SCP.

Werkgevers blijven langer verantwoordelijk voor het doorbetalen van het
loon bij ziekteverzuim. Het SCP denkt dat zij kennelijk "hun handen vol
hebben aan hun ‘eigen’ zieken en arbeidsongeschikte werknemers en niet staan
te springen om nieuwe arbeidsgehandicapten".

De kans om weer aan het werk te komen na arbeidsongeschiktheid, is tussen 1998
en 2003 nauwelijks veranderd. Binnen twaalf maanden heeft ongeveer vijftien
procent weer een baan. Na dat eerste jaar nemen de kansen af. Het effect van
reïntegratietrajecten is niet eenduidig. Meer mensen blijken werk te hebben
gevonden zonder traject. Ook lijken trajecten de uitkeringsduur te verlengen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl